"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Jean Mertens, de ongehuwde zoon van Christianus Livinus en Catharina Blockerye, treedt op 27 september 1914 als milicien in dienst van het Belgisch leger.
Op 30 november 1917 ontploft om 9.15 uur 's morgens een bommedepot in de eerste lijn in Kaaskerke. Jean Mertens is op dat moment van dienst in de tranchee Casbah op de IJzerdijk in Kaaskerke. Zijn lichaam wordt volledig uiteengereten en overgebracht naar het militair dodenhuis in Alveringem.
Het slachtoffer wordt op 3 december 1917 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Oeren. Daar liggen tien slachtoffers die dezelfde ochtend om het leven gekomen zijn in Kaaskerke: Camiel Maginet, Jules Cluny, Alfred De Cort, Jean Mertens, Emile Spillier, Remi Barroit, Honoré Clepkens, Oscar De Loof, Charles Maurois en Joseph Raveits. De jongste is 18, de oudste 27 jaar.
Een elfde slachtoffer, Edouard Maertens, sterft in het Belgisch militair hospitaal van Beveren-aan-de-IJzer