"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Camiel Maginet, de ongehuwde zoon van Petrus en Theresia Haegeman, verdient de kost als grondwerker. Hij is 1,69 meter groot en heeft blond haar. Op 12 april 1915 treedt hij als oorlogsvrijwilliger in dienst van het Belgisch leger. Na zijn opleiding in het kamp van Saint-Lô (Normandië) en een bijkomende opleiding voor mitrailleurs wordt hij 7 december 1915 toegevoegd aan het 3° Regiment Jagers te Voet.
Op 30 november 1917 komt hij om 9.15 uur bij de ontploffing van een bommendepot om het leven in de tranchee Casbah op de IJzerdijk in Kaaskerke. Hij wordt overgebracht naar het militair dodenhuis van Alveringem.
Het slachtoffer wordt op 3 december 1917 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Oeren. Daar liggen tien slachtoffers die dezelfde ochtend om het leven gekomen zijn in Kaaskerke: Camiel Maginet, Jules Cluny, Alfred De Cort, Jean Mertens, Emile Spillier, Remi Barroit, Honoré Clepkens, Oscar De Loof, Charles Maurois en Joseph Raveits. De jongste is 18, de oudste 27 jaar.
Een elfde slachtoffer, Edouard Maertens, sterft in het Belgisch militair hospitaal van Beveren-aan-de-IJzer
Edmond, de broer van Camiel, is al op 14-jarige leeftijd gaan werken in de kolenmijn van Marcinelle. Ook hier slaat het noodlot toe. Edmond verongelukt in de koolput van Saint-Vaast (La Louvière) op 10 maart 1943 bij een instorting.