14 oktober 1918

A.E.M. Bremer, geboren op 16 juni 1871 in de Naamse gemeente Sommière, nu een deelgemeente van Onhaye, wordt in 1891, na een opleiding aan de militaire school, ingelijfd bij het 9° Linieregiment. In 1897 wordt hij toegelaten aan de Krijgsschool. Hij is vooral geïnteresseerd in ballistiek en is de uitvinder van de zogenaamde Bremerschietschijf. Op 21 november 1914 bevordert hij tot kolonel en wordt commandant van het 1° Regiment Karabiniers.

Op 14 oktober 1918, de dag dat de tweede fase van het eindoffensief wordt ingezet, wordt hij in Rumbeke door obusscherven in het hoofd getroffen en overlijdt aan de opgelopen verwondingen in het Belgisch militair hospitaal van Beveren-aan-de-IJzer. De kolonel wordt op 19 oktober 1918 begraven op het kerkhof van Beveren-aan-de-IJzer. Het graf bevindt zich op het klein Belgisch ereperk met zes graftekens. Hier rusten ook Lucien Berghof, Arthur Deconinck, Gaston Deloz, Gaston Marico en Jules Milleville.

Als eerbetoon aan de gesneuvelde commandant wordt in 1930 in Schaarbeek de Kolonel Bremerplaats ingehuldigd. En in 1951 leent de kolonel zijn naam aan de kazerne die het regiment vanaf juli betrekt in Siegen, in de voormalige Bondsrepubliek Duitsland. Bij de terugkeer naar Leopoldsburg in 1974 wordt deze benaming overgedragen op het Stafblok van het nieuwe Kwartier Prins Boudewijn.