"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Jules De Vusser, de ongehuwde zoon van Désiré en Lucie De Zutter, treedt in 1914 als milicien in dienst van het Belgisch leger.
Op 15 december 1917 ontploft omstreeks 16 uur een munitieopslagplaats in de sector Diksmuide. Vijf Belgische militairen van de 7° Compagnie van het 21° Linieregiment komen daarbij om het leven. Behalve Jules De Vusser zijn dat de sergeanten Albert Bauwens en Jacques Slosse en de soldaten Octaaf De Backer en Charles Geirnaert.
Alle vijf worden ze overgebracht naar het militair dodenhuis in Alveringem. De slachtoffers worden begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Oeren.
Jules De Vusser krijgt een heldenhuldezerk. Die grafsteen wordt in 1925 op bevel van het ministerie van Landsverdediging verwijderd, vernietigd en vervangen door een Belgische militaire standaardzerk.
De gesneuvelde Jules De Vusser staat vermeld op het huldemonument bij de kerk van Adegem, alsook op de herdenkingsplaat op het kerkhof van Adegem.