Maurice Emiel Joseph SOBRY

Maurice Sobry is de jongste telg in het gezin van Emiel Jan Willem (+) en Maria Louisa Van Den Bussche. Hij heeft elf broers en zussen. Als hij op 27 september 1915 als milicien in dienst treedt van het Belgisch leger, is hij nog student. Hij is 1,72 meter groot en heeft kastanjebruin haar. Na zijn opleiding in Normandië wordt hij op 13 november 1915 toegevoegd aan het 4° Artillerieregiment te velde. In december 1916 gaat hij over naar het 10° Artillerieregiment.

Maurice maakt deel uit van de 69° Batterij die op 17 april 1918 een cruciale rol speelt bij de Slag om Merkem. Diezelfde dag raakt Maurice in Pilkem, een gehucht van Boezinge, door obusscherven gekwetst en wordt met een schedelbasisbreuk overgebracht naar het Belgisch militair hospitaal van Beveren-aan-de-IJzer, waar hij op 19 april om 17.15 uur overlijdt.

Het slachtoffer wordt op 24 april 1918 op het kerkhof van Bulskamp onder een heldenhuldezerkje begraven. De jongeman heeft zijn 20° verjaardag niet gehaald.

Op het kerkhof van Bulskamp staat nog een heldenhuldezerkje maar het opschrift is verdwenen. Het is niet duidelijk of Maurice Sobry dan wel zijn dorpsgenoot Maurice Vandenbussche onder het zerkje begraven is. Maurice Vandenbussche is op 3 mei 1916 overleden in het Belgian Field Hospital, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep.

Bron: De inventaris van het wereldoorlogerfgoed

Ook Jospeh Sobry, de broer van Maurice, overleeft de oorlog niet. Op 11 december 1915 komt hij om het leven in Le Havre, waar in het stadsdeel Graville een munitiefabriek van het Belgisch leger ontploft. Bij deze ramp vallen er 109 doden.