"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Lucien Deweerdt, de ongehuwde zoon van Emiel Corneel en Eugenia Maria Verhaeghe, verdient de kost als smid. Hij is 1,70 meter groot en heeft blond haar. Op 1 augustus 1914 wordt hij gemobiliseerd bij de 3° Gemengde Batterij van de artilleriegroep.
Tijdens de Slag aan de IJzer raakt hij op 25 oktober 1914 gekwetst en wordt voor herstel naar een hospitaal in Engeland gebracht. Hij is op 1 januari 1915 terug aan het front. Op 26 september 1915 gaat hij over naar het Vervoerkorps van de 1° Legerafdeling.
In Stavele, nu een deelgemeente van Alveringem, wordt hij op 11 maart 1916 ziek, opgelopen tijdens de dienst. Volgens zijn bidprentje is zijn "langdurige en pijnlijke ziekte" veroorzaakt door de verwondingen die hij heeft opgelopen tijdens de Slag aan de IJzer. Hij blijft sukkelen met zijn gezondheid en wordt op 20 februari 1917 gehospitaliseerd. Daarna verhuist hij achtereenvolgens naar de hospitalen van Calais, Recques-sur-Courses, Porte de Gravelines om uiteindelijk op 1 juli 1917 opgenomen te worden in het Belgisch militair hospitaal van Saint-Jean-Cap-Ferrat, sectie Col de Caire, gelegen in het Franse departement Alpes-Maritimes. Hij overlijdt daar op 18 juli 1918 om 14.25 uur aan een longaandoening.
Het slachtoffer wordt 's anderendaags om 15.25 uur begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Saint-Jean-Cap-Ferrat, grafnummer 58. Hier rusten 90 Belgische militairen, allen overleden in het nabijgelegen Belgisch militair hospitaal, dat gespecialiseerd is in longziekten. Het hospitaal is ingericht in een voormalig pand van koning Leopold II.
Lucien Deweerdt staat vermeld op het oorlogsmonument van Hoogstade.