"Als het god wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles cools, negen uur voor zijn dood
Louis Charlier, de ongehuwde zoon van Jules en Alexandre Marie Destobel, treedt in 1913 als milicien in dienst van het Belgisch leger.
Op 12 augustus 1916 wordt hij in Kaaskerke door een geweerkogel getroffen. De kogel dringt het lichaam binnen aan de onderkant van het schouderblad en blijft steken aan de 5° ruggenwervel. Met een breuk van de wervelkolom en een ruggenmergwonde, die een verlamming aan beide zijden van het lichaam veroorzaakt, wordt hij geëvacueerd naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade, dat gevestigd is in het Gasthuis Clep. Hij overlijdt daar 's anderendaags.
Het slachtoffer wordt op 14 augustus 1916 begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Hoogstade.