"Als het Gods wil is dat ik vandaag nog sterve, dat dien heiligen wil dan maar geschiede"
Achilles Cools, negen uur voor zijn dood
Aloïs Carpentier, de ongehuwde zoon van Leonard en Elisa De Clerck, treedt in 1913 als milicien in dienst van het Belgisch leger.
Op 11 januari 1917 wordt hij in de sector Steenstrate gedood door een kogel in het hoofd. Het slachtoffer wordt door enkele kameraden naar Alveringem gebracht en aldaar begraven op het kerkhof.
In mei 1987 wordt hij samen met 7 andere Vlaamse oudstrijders onder een heldenhuldekruis herbegraven rond het graf van kapelaan Cyriel Verschaeve. Op het ereperk Cyriel Verschaeve worden rond het graf van de kapelaan acht Vlaamse oudstrijders verenigd: Achiel Werrebrouck, Henri Desmedt, Julien Vansteene, Maurits Cailliez, Aloïs Carpentier, Octaaf Dieusaert, Benoni Maes en Gustaaf Desiere.